Categorieën
Informatietheorie

Over pakhuizen, analoge schoenen en poortwachters. Een terugblik op 20 jaar denken over informatie. (1/2)

In de afgelopen twee decennia heb ik aardig wat gepubliceerd over mijn vakgebied. Daarnaast heb ik als redacteur bijgedragen aan de tot standkoming van twee boeken. Het ging mij in die publicaties om het vinden van nieuwe manieren om te begrijpen wat het beheren van digitale informatie inhoudt, en welke consequenties dat begrip in de praktijk zou kunnen hebben.

Eigenlijk bestaat het vakgebied, zoals ik het leerde kennen in de jaren 80-90 van de vorige eeuw, niet meer. De verandering waar ik deel van heb uitgemaakt, is nu mainstream. Het is fijn om te weten dat ik daar een aandeel aan heb geleverd.

Toch kom ik nu ook nog discussies tegen waarvan ik denk: maar daar heb ik toch al weer (n) jaar geleden over nagedacht, van gedachten over gewisseld en over geschreven?

Het is me een aantal keer overkomen dat een idee dat ik had bedacht, of ergens had opgepikt, pas na jaren door anderen werd ontdekt en omarmd.

Blijkbaar heb ik me geregeld in een andere ruimtetijd bevonden dan vele anderen. Dat heeft er vast ook mee te maken dat ik qua opleiding en loopbaan een wat andere route heb doorlopen dan veel van mijn generatiegenoten. Ik heb het verwerken en beheren van informatie gedurende 30 jaar van veel verschillende invalshoeken en in veel verschillende omgevingen bekeken.

In deze twee blogs wil ik vier van die ideeën uitlichten. Drie van de vier komen van mezelf, en de vierde komt van Martijn van Otterlo.

Je kunt de artikelen onderaan de blogs downloaden.

Het Pakhuis (2002)
Ik werkte in 2002 bij het Stadsarchief Amsterdam aan, zoals we het nu zouden omschrijven, de digitalisering van de processen van toegankelijk maken en beschikbaar stellen van archieven en collecties. Ik had een logistiek systeem geïmplementeerd. Ik was inmiddels betrokken geraakt bij een internationaal project. Daar leerde ik de Canadese onderzoeker Kent Haworth kennen. Een geweldige man, met wie ik in die tijd ook een paar keer in Amsterdam in Brouwerij het IJ stevig heb geborreld en gediscussieerd. Kent is helaas inmiddels alweer enige tijd niet meer onder ons. Hij zette me aan om mijn gedachten te beschrijven in een artikel. Dat heb ik, met zijn hulp, dan ook gedaan.

Het artikel is geschreven in een tijd dat “de archivaris” mij nog wel eens minzaam en enigszins uit de hoogte toesprak en me aanraadde om toch vooral de traditionele opleiding te volgen. Want tsja, dan zou die nieuwlichterij er wel uit geramd worden. Daar is het dus niet van gekomen.

Zo kwam ik op het idee om het archief (de instelling) te zien als een groot pakhuis waarin gegevens in principe voor altijd veilig bewaard moeten worden. Met andere woorden: het archief was niets anders dan een historisch data warehouse. Het was eigenlijk een eerste poging tot een architectuur, met definities en standaarden. Het zou nog jaren voordat het architectuurdenken in de archivistiek ingang vond. Dat gebeurde met name in Australie en Nieuw-Zeeland. Daarna volgde de rest van de wereld.

Het idee van een historisch gegevenspakhuis is overigens nog steeds niet uit de tijd. Ik zag een aantal jaren geleden een presentatie waarin eenzelfde strategie werd voorgesteld voor het informatiebeheer in een organisatie. Die strategie bestaat dan uit het veilig stellen van de belangrijke informatie in een pakhuis. De andere plekken waar zich informatie bevindt (-en dat zijn er vele-) vormen een groot sterfhuis.

De Verschaffer (2009)
In 2008 vertrok ik na 11 jaar bij het Stadsarchief Amsterdam. Het archief was inmiddels in staat om het beheer en de ontsluiting van de beheerde gegevens (archieven en collecties) digitaal en gestandaardiseerd te beheren. Er was een degelijke basis ontstaan voor bijvoorbeeld het voeden van de website en voor de kwaliteitsverbetering van de beschikbare data.

Het was tijd om elders te kijken. Daardoor ging ik het fenomeen “archiefinstelling” van iets meer afstand bekijken. In die tijd was het internet gemeengoed geworden en waren de metaforen uit die wereld bijzonder populair. “Web 2.0” was hot. En alles moest “servicegericht” zijn. De discussie in de archiefsector en de erfgoedsector over deze nieuwe fenomenen begon schoorvoetend vorm te krijgen.

Naar mijn mening was het voor de archiefinstellingen tijd om zich flink te gaan bezinnen over hun doel en positie in een wereld die in toenemende mate gedigitaliseerd raakte.

Het bedrijfsmodel van archieven in een analoge wereld was eenvoudig en robuust. Gegevens die door de overheid bewaard moesten worden, werden binnen 20 jaar overgebracht naar een veilige plek. Daar werden ze openbaar gemaakt.

Alles op 1 plek bewaren. Dat is goed en veilig. En overzichtelijk. Dat is in een analoge wereld een prima oplossing. Maar naar mijn mening was het in 2008 al duidelijk dat dit in een digitale wereld volkomen onhaalbaar was. De idee van een “e-depot” vond ik een schadelijke metafoor omdat het de illusie van de mogelijkheid in stand hield dat archiefinstellingen op de oude analoge voet door konden gaan.

Digitaal hardlopen op analoge schoenen gaat niet. Dat vond ik toen, en dat vind ik nu nog steeds.

Het was dus tijd voor een ander bedrijfsmodel. Ik stelde voor om niet meer uit te gaan van bewaren, maar van beschikbaar stellen. Of in andere woorden: het was tijd voor archiefinstellingen om zichzelf als “provider” te denken, in plaats van als “bewaarder”. Net als een internetprovider. Het resultaat was bijgaand artikel.

Ik vind de strekking van het artikel, na ruim 10 jaar, nog steeds actueel. 10 jaar is in de digitale wereld bijkans een tijdperk van geologische proporties. Dat zegt het een en ander over de mate waarin archiefinstellingen er in zijn geslaagd om mee te groeien met de samenleving, waarin digitaal al geruime tijd het “nieuwe normaal” is.

(wordt vervolgd)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.