Categorieën
Algemeen Informatietheorie

Over wat er zou hebben moeten zijn, maar dat niet meer bestond.

Ik werd in 2016 gevraagd om te reflecteren op de komst van de Omgevingswet. Ik maakte er een sprookje van. Inmiddels zijn we 5 jaar verder, en de Omgevingswet is nog steeds niet in werking. Wat is nu het sprookje?

Er was eens een land dat zichzelf niet terugvond op de kaart. Waar lag het, waar bestond het uit, waar waren de gebouwen, waar lagen de wegen, waar stonden de bomen? Het was niet meer te zien.

Het land zelf bestond gelukkig nog wel. Er was een koning en er waren adviseurs. Die bogen zich op een zonnige ochtend over de multidimensionale interactieve kaart van de wereld. Maar toen ze inzoomden op hun eigen land zagen ze tot hun grote schrik alleen wat vage contouren en verder een grote hoeveelheid niets, in vage grijstinten!

De koning en zijn adviseurs wisten dat hun land vol stond met huizen, wegen, kanalen, bruggen, fabrieken, huizen, lantaarnpalen en ga zo maar door. Eigenlijk was er niets in hun land dat niet door mensen was bedacht. Er was eigenlijk ook niets waar geen regels voor waren.

De kaart was bedoeld om alle inwoners van de wereld duidelijk te maken hoe het land was ingericht, en waar iedereen zich aan moest houden. Een gelijke informatiepositie voor iedereen noemde men dat.

Die gelijke informatiepositie was bereikt: iedereen had niets.

Alle informatie was weg. Dat was onhandig en onwenselijk. En bovendien niet de bedoeling. En het was al helemaal slecht voor het imago van het land, dat zich altijd liet voorstaan om de vernieuwende oplossingen.

De koning vroeg aan de adviseurs wat gedaan zou kunnen worden om de informatie weer boven water te krijgen. Een van de adviseurs grapte: “Dat moet misschien wel letterlijk want omdat de kaart niet functioneert, weten we niet of het land inmiddels onder water staat”. Dat amuseerde de koning maar matig. Hij merkte dat een van zijn oudere adviseurs nadenkend een tijdje uit het raam had staan staren. Op de vraag van de koning of hij iets kon bedenken, antwoordde hij: “Ja, vroeger hadden we een medewerker die altijd alles wist te vinden. Meneer Persman kende het hele archief uit zijn hoofd. Als meneer Persman met verlof moest (hij wilde nooit) dan liep hij doelloos in een grijze overjas door de straten, en hij was pas weer blij als hij het archief in mocht”. De koning beval dat meneer Persman, die gepensioneerd was, ogenblikkelijk moest beginnen met zoeken naar wat kwijt was.

Aldus geschiedde. Meneer Persman meldde zich plichtsgetrouw bij het paleis. Na een paar uur meldde hij zich weer bij de koning. Hij had inmiddels een wat merkwaardige rustige uitstraling gekregen, een tikkeltje opgelucht zelfs. Zijn onderzoek was klaar en zijn rapportage was kort maar krachtig: “Na mijn pensionering zijn alle papieren archieven gedigitaliseerd. Het papier is vernietigd. Er is niets meer over van alle archieven die ik altijd wist te vinden”. Het leek alsof een last van meneer Persman’s schouders was gevallen. Hij had gelijk gekregen. Het papier was weg en dat had nooit moeten gebeuren. Dat had hij altijd al gezegd.

De koning begon zich nu toch wel grote zorgen te maken. Was er echt niemand die nog kon helpen? Hij vroeg het aan zijn adviseurs. Na een ongemakkelijk lange stilte nam een van hen enigszins schuchter het woord: “We zouden het misschien ook nog aan meneer Den Besten  kunnen vragen. Die heeft hier lang gewerkt en wist veel over de digitalisering van informatie”. Andere adviseurs schrokken zich een hoedje, want deze meneer was ooit weggestuurd nadat hij voor de zoveelste keer schuimbekkend de gangen van het paleis onveilig had gemaakt, ondertussen op onsamenhangende wijze Goethe-citaten uitschreeuwend.

Nood brak wet en meneer Den Besten werd uit de gesloten inrichting gehaald. Of hij misschien nog wist hoe we de informatie te voorschijn konden toveren? Dat was de verkeerde vraag. Hij ontstak onmiddellijk in een scheldpartij die moeilijk te verstaan was, maar die kort samengevat ongeveer als volgt ging: “Ik heb het al zolang gezegd! Ze snappen er niets van en ze willen het niet snappen! Die architecten begrijpen niets van een archief, die bestuurders willen het niet weten want die zijn te kortzichtig, en een beetje beveiligen van de informatie was ook al te duur. Ze denken er alles van te weten maar echt, ze weten helemaal niets! En gewoon eens te rade gaan bij een archivaris? Vergeet het maar! Daar zijn het veel te dure mensen voor. Ha ik zeg u! Ik heb jarenlang vergaderd, gepresenteerd, geschreven, mijn best gedaan en waarvoor meneer? Waarvoor? Ik vraag het u! Die Vögelein schweigen im Walde. Warte nur, balde. Ruhest Du auch!” Meneer Den Besten werd weer snel teruggebracht naar zijn beveiligde woonomgeving.  

Zo bleef het land zonder kaart. De koning was een illusie armer. Vreemd genoeg bleef het land toch wel redelijk functioneren. En dat was dan een geluk bij een ongeluk. En meneer Persman kon nu eindelijk echt met pensioen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.