Categorieën
Informatietheorie

Sisyphus gaat aan de slag (2/4)

Het zijn absurde tijden. Binnen een paar dagen is het dagelijks leven totaal veranderd. Ik moet thuisblijven. Ik ga alleen naar buiten als het niet anders kan. De absurde kijk op de wereld van Albert Camus blijkt onverminderd actueel. Ik moet La Peste gaan herlezen. De Stad der Blinden van Jose Saramago is ook een passende leestip. Maar ik ben bang dat ik die roman kwijt ben. Misschien ben ik al zo blind dat ik het boek niet meer zie staan in de boekenkast.

Ik ga in deze omstandigheden toch proberen het geluk van Sisyphus te benaderen. Ik ga proberen wat nieuwe definities te maken die betrekking hebben op mijn vakgebied. De steen moet wat mij betreft vanaf de voet van de heuvel naar boven geduwd worden. Dat is een stevige maar louterende opgave, zoals we van Camus kunnen leren.

Schilders als Paul Cézanne en Giorgio Morandi hadden de voorkeur om steeds opnieuw hetzelfde landschap te schilderen. Op die manier ontdekten ze steeds weer nieuwe elementen in dat landschap. Bovenal ontdekten ze steeds weer nieuwe manieren om dat landschap waar te nemen, te interpreteren en weer te geven. Deze kunstenaars pasten een belangrijk filosofisch beginsel toe: waarnemen, denken en handelen beginnen altijd opnieuw bij het begin.

Laten we Sisyphus vragen om te vertrekken vanuit de theorievorming in de archiefwetenschappen. Hij komt dan meteen een probleem tegen. Welke naam geven we dat verschijnsel dat we willen definiëren? Het woord archief komt bijvoorbeeld in alle westerse talen wel voor. De betekenissen lopen echter uiteen.

In de Engelstalige literatuur bestaat een woord dat in andere talen dan weer niet in dit verband wordt gebruikt. Het gaat om het begrip record. Ik kende het woord aanvankelijk, als Beatles-fan, als het Engelse equivalent van een langspeelplaat. In mijn ogen zit daar wel een parallel. Een recording is een vastlegging. Een record is het object waarop wordt vastgelegd.

Het Engels is de Lingua Franca in de huidige archivistiek. Daarom is het vertrekpunt van Sisyphus een aantal definities van het begrip record. Ten eerste noem ik hier de definitie, of zoals hij het zelf noemt: karakterisering, van de prominente Londense archieftheoreticus Geoffrey Yeo. Die luidt als volgt: “To differentiate records from other kinds of representation, records can be characterized as persistent representations of activities, created by participants or observers of those activities or by their authorized proxies.” (Geoffrey Yeo, Concepts of Record (1): Evidence, Information, and Persistent Representations. The American Archivist, Vol. 70 (Fall/Winter 2007), 315–343, p. 337).

Yeo legt de nadruk op de aard van een record: het is een representatie van een activiteit. Een essentiële eigenschap van die representatie is de duurzaamheid, ofwel de persistence. De definitie doet geen uitspraken over de vorm, de structuur en de betekenis van de representatie. De definitie geeft wel aan dat een record wordt vervaardigd door mensen die betrokken zijn bij de activiteit.

Een andere definitie uit de recente literatuur is afkomstig van Kimberly Anderson. Zij stelt het volgende: “The record is an intentional, stable, semantic structure that moves in time.” (Kimberly Anderson, The footprint and the stepping foot: archival records, evidence, and time. In: Archival Science (2013) 13:349–371 P. 362).

In deze definitie ligt de nadruk op intentionaliteit. Dat betekent dat een record is vervaardigd met een bedoeling. Het is tevens stabiel, of met andere woorden: duurzaam. Het heeft een betekenis en een structuur. Een record kan bovendien ook in de tijd bewegen. Als je dat letterlijk neemt dan is dat een hele knappe prestatie. De definitie doet verder geen uitspraken over de aard en over de vorm van een record.

Beide definities hebben zeker hun verdiensten. Ze noemen eigenschappen op die ontegenzeglijk bij records horen. En ze noemen eigenschappen die records zouden moeten hebben. Je kunt je echter afvragen of de eigenschappen per definitie bij een record horen. Hebben termen als “persistent”, “intentional”, “structure” en “stable” niet meer te maken met de wéns dat een record zo is? Volgens mij zijn er miljarden records in de wereld die niet stabiel, niet duurzaam, weinig betekenisvol en niet of nauwelijks gestructureerd zijn.

Weet Sisyphus nu al meer? Hij zou nu kunnen begrijpen over waar records betrekking op hebben. En hij weet meer over welke eigenschappen records beschikken, of moeten beschikken. Het is echter niet duidelijk of Sisyphus nu al meer weet over wat ze nu eigenlijk zijn en vooral ook: waar ze uit bestaan.

Het derde voorbeeld van de definitie van records komt van de Society of American Archivists (SAA). Deze vereniging van archivarissen heeft een prachtige website. Die bevat een grote begrippenlijst in de vorm van een thesaurus. Als we kijken in deze glossary naar de term record dan komt Sisyphus een enorme hoeveelheid informatie tegen. Als eerste wordt duidelijk dat de SAA een record beschouwt als iets materieels: de bovenliggende term is Material. Vervolgens zijn in de glossary tientallen onderliggende termen opgenomen, die vrijwel allemaal bestaan uit de term record, aangevuld met een bijvoeglijk naamwoord.

De website van de SAA geeft maar liefst zeven betekenissen van het begrip. Die luiden als volgt: “~ 1. A written or printed work of a legal or official nature that may be used as evidence or proof; a document. – 2. Data or information that has been fixed on some medium; that has content, context, and structure; and that is used as an extension of human memory or to demonstrate accountability. – 3. Data or information in a fixed form that is created or received in the course of individual or institutional activity and set aside (preserved) as evidence of that activity for future reference. – 4. An instrument filed for public notice (constructive notice); see recordation. – 5. Audio · A phonograph record. – 6. Computing · A collection of related data elements treated as a unit, such as the fields in a row in a database table.- 7. Description · An entry describing a work in a catalog; a catalog record.” (https://www2.archivists.org/glossary/terms/r/record)

Sisyphus zou zich nu kunnen afvragen langs welke van deze zeven wegen hij zijn rots omhoog zou moeten rollen. Welke richting gaat hij op? Gaat hij misschien de definities volgen waarin de woorden data en information worden genoemd?

Wellicht verzucht hij: “But I’ve still got a long way to go.” (Elvis Costello-Sneaky Feelings).

Categorieën
Informatietheorie

Sisyphus en het D-woord (1/4)

Vaak wordt in ons vak tijdens discussies de vraag gesteld: wat verstaan we eigenlijk onder …?  Vul de woorden maar in: informatie, data, archief, archiveren, beheren, bewaren etc etc. Het D-woord valt dan. De D van Definitie. 

Het zijn oprechte vragen. Het zijn geen flauwe semantische discussies waarin spijkers op laag water worden gezocht. Het zijn ook belangrijke vragen. Want hebben we eigenlijk nog wel een gezamenlijk beeld van waar we mee bezig zijn? We kunnen toch moeilijk zonder. Ons vak heeft een metamorfose ondergaan vanwege de digitalisering van informatie. Dat maakt de behoefte nog groter. We leven in vloeibare tijden.

Zonder gemeenschappelijk gedragen definities is het onmogelijk om een zinnige discussie te voeren. Dialoog is dan uitgesloten. Laat staan dat je dan nog iets zinvols kan maken.  Een beroemd plaatje uit de ICT is die van de schommel. De gebruiker wil een schommel, en daarom willen alle betrokkenen een schommel. Vervolgens gebeurt dit: 

Wij geven vorm en inhoud aan de definitie. Vervolgens geeft de definitie vorm en inhoud aan ons leven. “We shape our tools and then they shape us”, zoals Winston Churchill zo ongeveer zei, en wat een gevleugeld woord werd van Marshall McLuhan. Het gaat dus over niets minder dan de vraag hoe we de wereld willen zien. Daarom is het van belang om je af te vragen wat je verstaat onder definities, en wat je met een definitie wilt bereiken.

Een aantrekkelijke, want gemakzuchtige, stellingname is dat een definitie  een eeuwig vaststaande, verlossende waarheid is. Het voordeel is dat je dan een vaste basis hebt. Het nadeel is dat die vaste basis helaas schijn zal blijken te zijn. Zelfs vrij stabiele begrippen als zon, koe, tafel en stoel zijn in de loop der tijden op zeer verschillende wijze gedefinieerd. Geen enkele definitie is onveranderlijk.

Het filosofisch realisme, waarin het subject zich buiten de werkelijkheid plaatst en “objectieve” uitspraken doet, is reeds lang verwezen naar de (overigens prachtige) geschiedenisboeken.

Er zijn vele andere stellingnames mogelijk. Een definitie kan bijvoorbeeld een omschrijving zijn van een kwalitatieve en/of ethische norm. Het kan ook een beschrijving zijn waarin je vooral wil omschrijven wat het doel is. Of wat de functie is. Of het veronderstelde nut. Een definitie kan ook zuiver utilitair zijn: als de omschrijving een nuttig instrument is, dan is hij OK, onafhankelijk van de vraag of die nog enige relatie heeft met de werkelijkheid. Een sceptische positie is ook mogelijk. Dan is iedere definitie haast een verzameling woorden die niets met de werkelijkheid van doen heeft. En we hebben ook nog de postmoderne positie dat een definitie altijd een verschillende betekenis zal hebben voor verschillende mensen. De pragmatische positie, tenslotte, is dat een definitie uit moet gaan van een verondersteld positief effect.

Als al die posities mogelijk zijn, is het dan volkomen willekeurig wat iemand onder een definitie verstaat, en hoe die iemand een definitie gebruikt? Nee, want dan zou het leven onleefbaar en ons werk onmogelijk zijn.  Het is dus nodig om stelling te nemen.

Ik ben pragmatisch ingesteld. Daarom vind ik dat een definitie zoveel mogelijk rekening moet houden met de context waarin deze gebruikt wordt. Daarom vind ik dat een definitie de potentie moet hebben om een zo gemeenschappelijk mogelijk beeld op te roepen waarmee daadwerkelijk concrete, positieve resultaten geboekt kunnen worden.

Het maken van definities is een Sisyphus-arbeid. Definities moeten voortdurend worden aangepast. Ze zullen nooit de status van absolute waarheid kunnen verwerven. Het werk zal nooit ophouden. Als het zo ver dreigt te komen, rolt de steen weer naar beneden en mag Sisyphus opnieuw beginnen. En dat gaat oneindig door.

Is dat een doembeeld? Ik denk van niet. Camus schreef dat we Sisyphus moeten zien als een gelukkig mens. Want meer kan een mens niet bereiken in dit absurde bestaan.

Categorieën
Algemeen

Een nieuwe lente en een nieuwe blog

Met dit bericht start ik mijn nieuwe blog. Daarin wil ik voornamelijk delen wat me opvalt in mijn leven, en welke gedachten ik daarover heb. Het kan gaan over de onderwerpen die me professioneel bezighouden. Maar het kan ook gaan over mijn andere interesses: schaken, muziek, reizen, filosofie en wandelen.

Het motto van de blog is Festina Lente (Haast u langzaam). Die klassieke spreuk is een oproep tot bezinning. Reflecteren op wat je doet, op wat je beleeft en op wat je om je heen ziet is in deze vluchtige en vloeibare wereld geen populaire bezigheid. Maar reflecteren: het nadenken over wat tot je komt en over wat je zelf doet, is naar mijn overtuiging de beste en snelste weg om te komen tot goede, weloverwogen en bruikbare ideeën, standpunten en overtuigingen.

Er zijn in de westerse intellectuele traditie grofweg twee manieren om te reflecteren. De eerste manier is individueel gericht: zelf analyseren en redeneringen opbouwen. De tweede is collectief gericht: in dialoog gedachten uit wisselen. De eerste is de weg van Aristoteles. De tweede is de weg van Plato.

Ik ga uit van een pragmatische, functionalistische visie op denken en doen. Volgens mij kunnen beide uitstekend werken. Ze vullen elkaar aan. Dus wandel ik geregeld in afzondering (ook heel veilig in deze tijd van het coronavirus) en wissel ik geregeld gedachten uit met vrienden en collega’s. Wellicht vinden de resultaat van beide methoden hun weerslag in deze blog.

Een blog ontwikkelt zich vanzelf, of het blijft een leuk idee dat niet zal doorzetten. Hopelijk zal het mensen aanspreken en vooral: aanzetten tot nadenken en doen.

De directe aanleiding voor dit blog is mijn voornemen om niet meer in vakbladen over informatiebeheer te publiceren. Toch kom ik genoeg interessants tegen waarvan ik denk dat het meer aandacht verdient.

Laten we zien waar dit toe leidt. Misschien herinneren we ons later wat we vandaag gezegd en geschreven hebben.