Categorieën
Schaken

Jan Brokken en ik. Op zoek naar Paul Keres (6/6)

Onze correspondentie is nog steeds op Jan Brokken’s webpagina te lezen. Ze luidt als volgt.

Beste Jan Brokken,

Als schaker, historicus, recent enthousiast lezer van Baltische Zielen en reiziger door de Baltische Staten ben ik gefascineerd geraakt door de Estse nationale schaakheld Paul Keres.

Die is, net als de historische personages in Baltische zielen, een man met een bewogen leven. Voor 1940 is hij al een nationale sportheld en een wereldkampioenskandidaat. In de oorlogsjaren schaakt hij eerst in de Sovjet-Unie en vanaf 1941 in Duitsland. In de zomer van 1944 gaat hij vanuit het veilige Zweden naar Tallinn om zijn familie redden. De boot die hen zou komen redden (samen met bijvoorbeeld leden van het kabinet) komt nooit aan. Hij blijft met zijn familie achter in Estland. Hij wordt echter niet gedeporteerd of gevangen gezet zoals zoveel lotgenoten. Hij moet schaken voor de Sovjet-Unie. Het gerucht gaat al jaren onder schakers dat hij zich heeft gered door een deal met de machthebbers: hij schaakt voor de Sovjet-Unie maar belooft dat hij nooit wereldkampioen wordt. Hij doet decennia mee aan toptoernooien in de wereld en behoort tot de Sovjet-schaakelite.

In 1975 overlijdt hij op 59-jarige leeftijd in Helsinki, op terugreis van een schaaktoernooi in Vancouver, aan een hartaanval. Hij krijgt een staatsbegrafenis in Tallinn. Hij was in 1962 sportman van het jaar in de Sovjet-Unie. Na 1991 wordt hij ook vereerd als nationale held in Estland, met vele standbeelden en nu dit jaar (zijn 100e geboortejaar) ook met postzegels en een euroherdenkingsmunt. Hij is dus zowel een held geweest ten tijde van de bezetting als in het onafhankelijke Estland. Dat lijkt me bijzonder.

Ik zit eraan te denken om, als ik de tijd kan vinden, te gaan schrijven over Paul Keres.

Maar het lijkt me een persoon die geknipt zou zijn geweest om op te nemen in Baltische zielen. Heeft u dat ooit overwogen?

Vriendelijke groet,

Frans Smit

Antwoord van Jan Brokken:

Erg interessante mail, waarvoor veel dank. Ik heb wel eens over Paul Keres gehoord, in de zin van: een beroemde schaker uit Estland die in 1939 onze nationale trots Max Euwe versloeg. Maar zijn troebele geschiedenis kende ik niet. Tijdens de nazi-bezetting van Estland heeft hij aan toernooien in Nazi-Duitsland deelgenomen. Ook vanuit Ests oogpunt bezien was dat collaboratie. Het mag een wonder heten dat de Sovjets dit later door de vingers zagen: ze konden Keres kennelijk heel goed gebruiken.Tragisch is zijn mislukte vlucht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben 30.000 Esten geprobeerd in bootjes de Oostzee over te steken om te ontsnappen aan de Sovjet-heerschappij en later in de oorlog aan de nazis. Zweden heeft bijna al deze vluchtelingen teruggestuurd. Paul Keres zou zeker een hoofdstuk in Baltische zielen waard zijn geweest. Hoewel ik veel moeite zou hebben gehad om enig begrip bij de lezers te wekken voor een grootmeester die zich eerst voor het nazi-karretje liet spannen en vervolgens voor de Sovjet-Unie uitkwam. In beide gevallen kon hij moeilijk anders, maar moedig is hij beslist niet geweest. Ik zou graag een zoon of een dochter van hem willen spreken. Hoe kijkt zijn familie aan tegen zijn handelwijze? Kunnen zij het verklaren? Het antwoord zal ongetwijfeld fascinerend en beklemmend zijn.

De vraag staat nog steeds open.

Ik heb nog immer een plan om een boek over Paul Keres te schrijven. Geen schaakboek, want daar zijn er veel van. Paul Keres heeft bovendien zelf veel over zijn schaakavonturen geschreven. Hij heeft ook een aantal schaakleerboeken geschreven die als standaardwerken gelden. 

Het standaardwerk over Paul Keres, Meie Keres

Ik denk meer aan een volwaardige biografie. Is er dan geen biografie over Paul Keres? Ja, die is er. Hij is geschreven door zijn vriend en bewonderaar Valter Heuer (die al in de vorige blogs is geciteerd). Hij heeft een lijvig boek over Paul Keres geschreven, met als titel “Meie Keres”. De vertaling van die titel is “Onze Keres”. Die titel is denk ik veelzeggend over het perspectief van Heuer. Maar dat is een vermoeden. Ik heb het boek in huis. Ik heb het echter nog niet gelezen. Daarvoor moet ik eerst een cursus Ests volgen. 

De volgende uitdaging

Een nieuwe biografie zou geschreven kunnen worden vanuit de vraag hoe het toch kan dat Keres zo’n heldenstatus had, en nog steeds heeft. Wat is zijn “functie” als held voor het hedendaagse Estland? Wie heeft er baat bij bijvoorbeeld? En waarom? Het zijn boeiende vragen die misschien beter door een buitenstaander kunnen worden onderzocht.

Ik sluit mijn serie blogs over Paul Keres (voorlopig?) af met de volgende overwegingen:

  1. Paul Keres komt op me over als een zeer sympathieke, elegante, doch redelijk kleurloze persoon. Dit imago doet me denken aan wat Fellini ooit over Marcello Mastroianni gezegd zou hebben. Fellini merkte op dat Mastroianni voor hem een ideale acteur was omdat hij geen uitstraling had. Daarom kon hij hem allerlei soorten personages laten spelen. Is misschien iets dergelijks aan de hand met de mythevorming van Paul Keres? Aangezien hij zich nooit echt in het publiek heeft uitgesproken over politiek bijvoorbeeld (een overlevingsstrategie), kan een ieder zijn/haar beeld op hem projecteren. Je kunt net zo makkelijk een held als een laffe meeloper van hem maken. Dat zegt dan niet veel over Paul Keres, maar wel alles over de mensen die hem goed kunnen gebruiken.
  2. Nederlanders denken vaak heel goed te weten wie goed is, en wie niet. Dat komt m.i. voornamelijk doordat de meesten niet nadenken, zich niet inleven in anderen en zelf eigenlijk niet veel hebben meegemaakt. Om het iets academischer uit te drukken: Nederlanders zijn snel geneigd om morele rasters over de geschiedenis heen te leggen, en om op basis daarvan een ongezouten mening te geven. Het is onmogelijk om over een fascinerend persoon en een overlever als Paul Keres op een oprechte en goed onderbouwde manier een dergelijk absoluut ethisch oordeel te vormen.

Categorieën
Schaken

Een ingewikkeld vaderland. Op zoek naar Paul Keres (4/6)

Sinds maart is ons dagelijks leven flink door elkaar geschud. Een grote, wereldomspannende, gebeurtenis is direct in ons privé-leven gedrongen. Dat is voor de Nederlanders van mijn generatie een nieuwe collectieve ervaring. Wij hebben geen oorlogen, natuurrampen of dictaturen meegemaakt. Economische crises, zoals die in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, en in de jaren na 2008, komen er nog het dichtste bij. Maar tot op heden is een groot deel van onze bevolking gezegend met een relatief beschermd leven, waarin geklaagd wordt over onderwerpen waar driekwart van de wereldbevolking jaloers op zou zijn. Wat we nu ervaren is misschien wel een breuk. Dit virus kan, samen met de nog veel grotere impact van klimaatveranderingen, ons leven voortaan beslissend bepalen.

Estland is, veel meer dan Nederland, gewend aan het doorstaan van ingrijpende ontwikkelingen. Het is een land dat tot nu toe slechts 50 jaar onafhankelijkheid heeft gekend. De rode draad van de geschiedenis van Estland is dat het werd overheerst door alle nabijgelegen machten. Het is bezet geweest door Duitsers, Zweden, Polen en Russen. De laatsten waren in de 20e eeuw vermomd als de Sovjet-Unie.

In the Crosswind (2014).

In de 19e eeuw nam, zoals praktisch overal in Europa, het nationalisme ook in Estland toe. Estland behoorde toen tot het Russische tsarenrijk. De Eerste Wereldoorlog zag eerst de implosie van dat Russische rijk. Daarna volgde de ondergang van het Duitse keizerrijk. In dat machtsvacuüm slaagde Estland erin onafhankelijk te worden. Die onafhankelijkheid werd behouden tijdens een oorlog met de bolsjevieken. In tegenstelling tot Oekraïne wist Estland onafhankelijk te blijven. In 1921 trad het toe tot de Volkenbond. Estland werd een parlementaire democratie. De 19e-eeuwse nationalistische droom kwam uit.

Estland wist de onafhankelijkheid tot 1940 te bewaren. De democratie werd wel geslachtofferd. In 1934 werd de noodtoestand afgekondigd met als motivatie dat de fascistische beweging een te grote bedreiging werd. Daarmee werd Estland een autocratie, net als andere Europese landen als Polen, Hongarije en Oostenrijk.

In 1939 sloten Nazi-Duitsland en Sovjet-Rusland het verdrag dat de geschiedenis is ingegaan als het Molotov-Ribbentrop pact. Onderdeel van dat akkoord was dat Midden-Europa door de twee herrezen grootmachten in invloedssferen werd verdeeld. Estland kwam terecht in de Russische invloedssfeer. In 1940 werd het dan ook geannexeerd door de Sovjet-Unie. 

Esten herinneren zich die eerste periode van Sovjet-bezetting als vol van terreur. Tegenstanders werden uit de weg geruimd. In juni 1941 vond een deportatie plaats van ruim 10.000 Esten naar Siberië. In 2014 is daarover een even prachtige als huiveringwekkende film gemaakt: In the Crosswind. Het is een bijzondere film die opgebouwd is uit een reeks tableaux-vivants. 

Vrij snel na deze massadeportatie viel Nazi-Duitsland de Sovjet-Unie aan. Estland werd vanaf augustus 1941 bezet door de Duitsers. Het waanidee van sommige Esten dat dit kansen bood om de onafhankelijkheid te verkrijgen, werd snel ontzenuwd. De Duitsers waren slechts geïnteresseerd in Estland als een wingewest.

Bovendien pleegden de Duitsers, net als overal in Midden- en Oost-Europa, door middel van hun Einsatzgruppen, grootschalige massamoord op Joden, Roma, gehandicapten en politieke tegenstanders. Het aantal liep op tot boven de 30.000. Ruim 3.000 Joden konden nog vluchten naar de Sovjet-Unie. De eerste acht maanden van de Duitse bezetting zijn de meest bloedige van de hele Estse geschiedenis geweest. Veel Esten waren ook vatbaar voor het nazisme. De Duitsers wisten Esten te werven voor hun Einsatzgruppen

Boot waarmee in 1944 een vluchtpoging naar Zweden is gemaakt.
Vabamu museum of occupations and freedom, Tallinn.
Foto: Frans Smit

Na krap drie jaar Duitse bezetting kwam in 1944 het Rode Leger terug. In 1943 hadden de Geallieerden afspraken gemaakt over de verdeling van Europa. Afgesproken werd dat de Baltische staten wederom onder de invloedssfeer van de Sovjet-Unie van Stalin zouden vallen. Wat wij in het Westen doorgaans als bevrijding aanmerken, is door veel Esten ervaren als een nieuwe bezetting. 80.000 van hen vluchtten. Net als de Engelandvaarders, en veel later de Vietnamezen, werden veel Esten bootvluchteling. Zij trachtten over het water Zweden te bereiken. Er werd ook verzet gepleegd. Tot in de jaren 50 was in Estland, zoals ook in andere Midden-Europese Sovjetrepublieken zoals Oekraïne en Litouwen, een verzetsbeweging actief. 

Estland leed onder het stalinisme. In 1949 herhaalde zich op nog grotere schaal wat in 1941 al gebeurd was: een deportatie van circa 20.000 Esten naar Siberië. Daarnaast ondergingen de Baltische staten ook een russificatie. Het aandeel Russen onder de bevolking nam toe. En de culturele dominantie was ook evident. Een klein voorbeeld: Paul Keres werd doorgaans op zijn Russisch geadresseerd als Paul Petrovich Keres. Het gebruik van een patroniem is ongebruikelijk in Estland. 

Alle Baltische staten hebben een museum over de periode die ze aanduiden als het tijdperk van de bezettingen. Dat duurde van 1940 tot 1990. Het wordt zo ongeveer beleefd als in Nederland de jaren 1940-1945 worden ervaren. Alleen duurde de bezetting van het Balticum tien keer zo lang. 

De ingang van het Vabamu-museum.
De koffers verbeelden de deportaties in 1941 en 1949.
Vabamu museum of occupations and freedom, Tallinn.
Foto: Frans Smit

Vooral het museum in Litouwen, in de hoofdstad Vilnius, is ronduit luguber. Het is gevestigd in het voormalige KGB-hoofdkwartier. Het geeft een indringend beeld van de martelpraktijken. Het geeft ook een duidelijke indruk van het perspectief van waaruit teruggekeken wordt. De langdurige bezetting wordt neergezet als een antithese van het heden. Nu zijn de burgerlijke vrijheden en de parlementaire democratie wel geborgd.

De kleine landen van Europa werden in de 20e eeuw overvallen door de twee wereldoorlogen. Estland was een speelbal van totalitaire regimes in Rusland en Duitsland. Het was een lot dat de bevolking voor een groot deel overkwam, op een manier die wij ons moeilijk uit eigen ervaring kunnen voorstellen. 

Paul Keres groeide op toen Estland onafhankelijk was. Net als alle andere Esten werd hij meegezogen in de lotgevallen van zijn land. Hij moest bijvoorbeeld ook beslissen over al of niet vluchten. Hoe doorstond hij de jaren veertig? Welke keuzes maakte hij? Daarover gaat de volgende aflevering in deze serie.

(wordt vervolgd)

Noot

De informatie uit deze blog is gebaseerd op: Andrejs Plakans, A Concise History of the Baltic States, Cambridge University Press, 2011. Daarnaast is gebruik gemaakt van Wikipedia.

Categorieën
Schaken

In overlevingsmodus. Op zoek naar Paul Keres (5/6)

Iedereen heeft wel eens tijden beleefd waarin overleven centraal staat. Je komt dan aan weinig anders meer toe. Het is gedurende zo’n periode al knap als je voor elkaar krijgt dat het leven niet erger wordt dan het is.

Het kan gebeuren dat je in overlevingsstand moet omdat er in je omgeving dingen gebeuren waar je weinig aan kunt doen. Denk aan oorlogen, rampen, staatsterreur of hongersnood.

In de vorige blog heb ik een korte schets gegeven van wat Estland overkwam vanaf de jaren ‘40. In 1940 was Paul Keres 24. Ik denk dat zijn leven in die jaren zo door elkaar is geschud dat hij permanent in overlevingsmodus verkeerde.

De kans is groot dat zijn leven daardoor danig bekort werd. Vanaf begin jaren ‘60 had hij medicijnen tegen hoge bloeddruk. In 1975 werd een hartaanval hem fataal. Hij was nog maar 59 jaar.

1940

In 1940 was het onduidelijk wie Aljechin mocht uitdagen voor het wereldkampioenschap. In 1938 was de ongelukkige Salo Flohr afgevallen. De Tsjech was, vanwege de annexatie van zijn land door Nazi-Duitsland, gevlucht naar de Sovjet-Unie. Hij was al zijn bezittingen kwijt.

De voornaamste kandidaten waren daarna Botvinnik en Keres. Zij werden in 1940 landgenoten doordat de Sovjet-Unie Estland had geannexeerd. Keres nam dat jaar deel aan het kampioenschap van de SU. Hij werd vierde. Mikhail Botvinnik was met een zesde plaats nog minder succesvol. Laatstgenoemde weet dat aan de gebrekkige speelomstandigheden. Een bekende reflex bij schakers.

Botwinnik was onder andere niet gecharmeerd van het enthousiasme dat het publiek aan de dag legde voor de elegant geklede Keres, wiens verschijning in groot contrast stond met wat toentertijd in de Sovjet-Unie gebruikelijk was. Na Keres’ eerste overwinning applaudisseerde onder andere componist Sergei Prokofiev wel erg hard. Botvinnik zorgde er daarom voor dat applaus voortaan verboden werd.

Hij kreeg ook voor elkaar dat er een extra meerkamp werd gehouden: het toernooi om de titel van ”Absolute Kampioen van de USSR“. Dat werd wel door Botvinnik gewonnen. Keres werd tweede. Daardoor werd Botvinnik de facto wereldkampioenschapskandidaat.

Ondertussen kroop Keres door het oog van de naald toen hij tijdens het toernooi een grapje maakte over worstjes die in een Moskouse etalage lagen. Die worstjes waren van hout. Dergelijke grapjes konden in die tijd een doodvonnis betekenen. Dat werd Keres vermoedelijk bespaard omdat de opmerking toen niet in de openbaarheid kwam. De Letse schaakkampioen Vladimirs Petrovs overkwam dat wel. Hij werd veroordeeld omdat hij kritische opmerkingen had gemaakt over de lage levensstandaard in de Sovjet-Unie. De arme Petrovs overleed in 1943 in een Siberisch strafkamp.

1941-1944

In 1941 trouwde Paul Keres met Maria Riives. Hij studeerde wiskunde en probeerde met schaken de kost te verdienen. In dat jaar raasde de wereldgeschiedenis voor de tweede keer in korte tijd over Estland. Nazi-Duitsland viel de Sovjet-Unie aan en bezette, op weg naar Leningrad, in snel tempo de Baltische Staten.

In deze bezettingsjaren bleef Keres met schaken de kost verdienen. Een enkele keer deed hij mee aan een schaaktoernooi. In 1943 speelde hij in Praag tegen Aljechin, die hem meermalen uitnodigde om een match om het wereldkampioenschap te spelen. Keres weigerde echter.

Uiteraard was zijn persoonlijke veiligheid nooit echt gegarandeerd. Estland was onderdeel van wat de historicus Timothy Snyder later de Bloodlands heeft genoemd: het Midden-Europa dat gemangeld werd tussen Hitler en Stalin. Niemand was veilig.

Paul Keres had het enorme geluk dat hij niet hoefde te vechten in het leger omdat hij als kind een handblessure had opgelopen. En een vriend heeft hem gered van een Duits executiepeloton door de commandant ervan te overtuigen dat het heel erg dom zou zijn om een wereldtopper als Keres dood te schieten.

Keres speelt tegen Aljechin. Praag 1943. Foto uit: Valter Heuer, Meie Keres, Tallinn, 2011.

1944

Het verhaal gaat dat Keres in 1943 aan Aljechin gevraagd zou hebben wat er met hem zou gebeuren als hij in handen van de bolsjewieken zou vallen. Het antwoord was: die maken je zonder pardon een kop kleiner.

In 1944 drong het Rode Leger de Duitsers snel terug. Voor veel Esten was dat een slecht voorteken. Wat ons voorkomt als een bevrijding, werd door hen gezien als een bedreiging. Daarom vluchtten zij in tienduizenden over zee naar Zweden. Curieus genoeg maakte Keres in die weken de tegenovergestelde reis. Hij nam deel aan een schaaktoernooi in Zweden, maar hij ging terug naar Estland. Zijn doel was om samen met zijn vrouw alsnog te vluchten.

Het is nooit tot een vlucht gekomen. Maria en Paul zouden met een aantal andere prominente Esten per boot vluchten. Voor Maria hoefde het niet, maar Paul wilde naar het westen. De boot kwam echter niet. Het gevolg was dat iedereen achterbleef en in handen viel van het Rode Leger.

De meeste medevluchtelingen eindigden in gevangenschap. Dat is Keres echter niet overkomen. Op de een en of andere manier ontkwamen zijn vrouw en hij aan dat lot. Keres bleef in Tallinn, ging schaakles geven en bleef zoveel mogelijk onder de radar. Hij was in levensgevaar. Zoveel was duidelijk. Hij kreeg regelmatig bezoek van geheim agenten van de NKVD.

Botvinnik wint in Groningen in 1946. Keres mocht niet meedoen. Foto: Nationaal Archief

1945-1948

Het was, gezien de omstandigheden, een wonder dat hij nog niet was gevangen gezet, gedeporteerd of erger. In 1945 ondernam Keres een poging om gerehabiliteerd te worden. Hij schreef een bedelbrief aan het oppermachtige politbureau-lid Molotov, waarin hij verzocht om weer deel te mogen nemen aan het schaakleven in de Sovjet-Unie. Hij had daarbij een beschermheer in de persoon van de Estse partijleider Karotamm.

In de daaropvolgende jaren mocht hij meer en meer deelnemen aan schaakactiviteiten. Zo gaf hij in 1946 een simultaan op een marineschip. Hij mocht niet meedoen met de beroemde schaakmatch USSR-USA in 1945 (per telexverbinding). En hij mocht ook niet deelnemen aan het eerste grote na-oorlogse schaaktoernooi: Groningen 1946.

In 1947 werd hij echter toegelaten tot het kampioenschap van de Sovjet-Unie. Hij werd meteen kampioen. Daardoor stelde hij zich, na alle voorgaande moeilijke jaren, duidelijk weer kandidaat voor het wereldkampioenschap.

Je kunt zeggen dat Paul Keres daarmee gerehabiliteerd was. Maar hij moest nog wel een open brief incasseren, ondertekend door vele Sovjet-meesters en grootmeesters, waarin hij beschuldigd werd van anti-sovjetactiviteiten. Dit soort publieke beschuldigingen kwamen onder het stalinisme vaak voor.

Daarna bleef Paul Keres een vreemde eend in de bijt van het Sovjet-schaken. Hij verschool zich achter een muur van ironie, van vriendelijke distantie en van zwijgzaamheid over zijn lotgevallen.

In 1948 maakte Karel van het Reve Paul Keres mee. Van het Reve schrijft: “Ik heb Stalin in de open lucht gezien. Dat was op 1 mei 1948, op het Rode Plein. Hij stond op het mausoleum, ik stond op de tribune waar belangrijke buitenlandse gasten en diplomaten op staan. Naast mij stond onder andere de schaker Paul Keres. Toen de parade voorbij was zei hij: ‘Na, gehen wir bridgen.’”

Paul Keres heeft geleefd in twee landen die zo ongeveer in alles van van elkaar verschilden: het land waarin hij opgroeide en het land dat bezet werd door Duitsland en de Sovjet-Unie. Allebei Estland.

Toen hij in 1975 overleed, wonden de Sovjet-autoriteiten er geen doekjes om. De schrijver van het in memoriam in 64, het beroemde schaakmagazine van de Sovjet-Unie, werd door het Sovjet-sportcomité op het hart gedrukt dat de dood van Paul Keres een groot verlies was voor Estland. Maar niet voor de Sovjet-Unie.

Paul Keres geeft simultaan aan 40 borden op het marineschip Oktoberrevolutie. 1946. Bron: https://www.muis.ee/museaalview/2079736

De distantie en de zwijgzaamheid van Paul Keres zouden wel eens het gevolg kunnen zijn van de overlevingsmodus, waarin hij decennia lang geleefd moet hebben.

Boris Spassky merkte op dat het voor Paul Keres onmogelijk moet zijn geweest om alles te vergeten.

Als je op een smal koord moet dansen om te overleven, hoe kun je dan alles richten op het smalle pad naar de wereldtitel?

(wordt vervolgd)

Deze blog is gebaseerd op de volgende publicaties:

  • Bernard Cafferty and Mark Taimanov, The Soviet Championships, New York, 1998.
  • Joosep Grents, Paul Keres IV: The War Years. https://chess24.com/en/read/news/paul-keres-iv-the-war-years
  • Valter Heuer, The troubled years of Paul Keres, The Great Silent One, in: New in Chess, 1995/4, p.78-88.
  • Karel van het Reve, Verzameld werk 5, Amsterdam, 2010. p. 92. (met dank aan PeeWee van Voorthuijsen)
  • Genna Sosonko, In a silent way, in: New in Chess, 2007-8, p. 76-83.