Sinds maart is ons dagelijks leven flink door elkaar geschud. Een grote, wereldomspannende, gebeurtenis is direct in ons privé-leven gedrongen. Dat is voor de Nederlanders van mijn generatie een nieuwe collectieve ervaring. Wij hebben geen oorlogen, natuurrampen of dictaturen meegemaakt. Economische crises, zoals die in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, en in de jaren na 2008, komen er nog het dichtste bij. Maar tot op heden is een groot deel van onze bevolking gezegend met een relatief beschermd leven, waarin geklaagd wordt over onderwerpen waar driekwart van de wereldbevolking jaloers op zou zijn. Wat we nu ervaren is misschien wel een breuk. Dit virus kan, samen met de nog veel grotere impact van klimaatveranderingen, ons leven voortaan beslissend bepalen.
Estland is, veel meer dan Nederland, gewend aan het doorstaan van ingrijpende ontwikkelingen. Het is een land dat tot nu toe slechts 50 jaar onafhankelijkheid heeft gekend. De rode draad van de geschiedenis van Estland is dat het werd overheerst door alle nabijgelegen machten. Het is bezet geweest door Duitsers, Zweden, Polen en Russen. De laatsten waren in de 20e eeuw vermomd als de Sovjet-Unie.
In de 19e eeuw nam, zoals praktisch overal in Europa, het nationalisme ook in Estland toe. Estland behoorde toen tot het Russische tsarenrijk. De Eerste Wereldoorlog zag eerst de implosie van dat Russische rijk. Daarna volgde de ondergang van het Duitse keizerrijk. In dat machtsvacuüm slaagde Estland erin onafhankelijk te worden. Die onafhankelijkheid werd behouden tijdens een oorlog met de bolsjevieken. In tegenstelling tot Oekraïne wist Estland onafhankelijk te blijven. In 1921 trad het toe tot de Volkenbond. Estland werd een parlementaire democratie. De 19e-eeuwse nationalistische droom kwam uit.
Estland wist de onafhankelijkheid tot 1940 te bewaren. De democratie werd wel geslachtofferd. In 1934 werd de noodtoestand afgekondigd met als motivatie dat de fascistische beweging een te grote bedreiging werd. Daarmee werd Estland een autocratie, net als andere Europese landen als Polen, Hongarije en Oostenrijk.
In 1939 sloten Nazi-Duitsland en Sovjet-Rusland het verdrag dat de geschiedenis is ingegaan als het Molotov-Ribbentrop pact. Onderdeel van dat akkoord was dat Midden-Europa door de twee herrezen grootmachten in invloedssferen werd verdeeld. Estland kwam terecht in de Russische invloedssfeer. In 1940 werd het dan ook geannexeerd door de Sovjet-Unie.
Esten herinneren zich die eerste periode van Sovjet-bezetting als vol van terreur. Tegenstanders werden uit de weg geruimd. In juni 1941 vond een deportatie plaats van ruim 10.000 Esten naar Siberië. In 2014 is daarover een even prachtige als huiveringwekkende film gemaakt: In the Crosswind. Het is een bijzondere film die opgebouwd is uit een reeks tableaux-vivants.
Vrij snel na deze massadeportatie viel Nazi-Duitsland de Sovjet-Unie aan. Estland werd vanaf augustus 1941 bezet door de Duitsers. Het waanidee van sommige Esten dat dit kansen bood om de onafhankelijkheid te verkrijgen, werd snel ontzenuwd. De Duitsers waren slechts geïnteresseerd in Estland als een wingewest.
Bovendien pleegden de Duitsers, net als overal in Midden- en Oost-Europa, door middel van hun Einsatzgruppen, grootschalige massamoord op Joden, Roma, gehandicapten en politieke tegenstanders. Het aantal liep op tot boven de 30.000. Ruim 3.000 Joden konden nog vluchten naar de Sovjet-Unie. De eerste acht maanden van de Duitse bezetting zijn de meest bloedige van de hele Estse geschiedenis geweest. Veel Esten waren ook vatbaar voor het nazisme. De Duitsers wisten Esten te werven voor hun Einsatzgruppen.

Vabamu museum of occupations and freedom, Tallinn.
Foto: Frans Smit
Na krap drie jaar Duitse bezetting kwam in 1944 het Rode Leger terug. In 1943 hadden de Geallieerden afspraken gemaakt over de verdeling van Europa. Afgesproken werd dat de Baltische staten wederom onder de invloedssfeer van de Sovjet-Unie van Stalin zouden vallen. Wat wij in het Westen doorgaans als bevrijding aanmerken, is door veel Esten ervaren als een nieuwe bezetting. 80.000 van hen vluchtten. Net als de Engelandvaarders, en veel later de Vietnamezen, werden veel Esten bootvluchteling. Zij trachtten over het water Zweden te bereiken. Er werd ook verzet gepleegd. Tot in de jaren 50 was in Estland, zoals ook in andere Midden-Europese Sovjetrepublieken zoals Oekraïne en Litouwen, een verzetsbeweging actief.
Estland leed onder het stalinisme. In 1949 herhaalde zich op nog grotere schaal wat in 1941 al gebeurd was: een deportatie van circa 20.000 Esten naar Siberië. Daarnaast ondergingen de Baltische staten ook een russificatie. Het aandeel Russen onder de bevolking nam toe. En de culturele dominantie was ook evident. Een klein voorbeeld: Paul Keres werd doorgaans op zijn Russisch geadresseerd als Paul Petrovich Keres. Het gebruik van een patroniem is ongebruikelijk in Estland.
Alle Baltische staten hebben een museum over de periode die ze aanduiden als het tijdperk van de bezettingen. Dat duurde van 1940 tot 1990. Het wordt zo ongeveer beleefd als in Nederland de jaren 1940-1945 worden ervaren. Alleen duurde de bezetting van het Balticum tien keer zo lang.

De koffers verbeelden de deportaties in 1941 en 1949.
Vabamu museum of occupations and freedom, Tallinn.
Foto: Frans Smit
Vooral het museum in Litouwen, in de hoofdstad Vilnius, is ronduit luguber. Het is gevestigd in het voormalige KGB-hoofdkwartier. Het geeft een indringend beeld van de martelpraktijken. Het geeft ook een duidelijke indruk van het perspectief van waaruit teruggekeken wordt. De langdurige bezetting wordt neergezet als een antithese van het heden. Nu zijn de burgerlijke vrijheden en de parlementaire democratie wel geborgd.
De kleine landen van Europa werden in de 20e eeuw overvallen door de twee wereldoorlogen. Estland was een speelbal van totalitaire regimes in Rusland en Duitsland. Het was een lot dat de bevolking voor een groot deel overkwam, op een manier die wij ons moeilijk uit eigen ervaring kunnen voorstellen.
Paul Keres groeide op toen Estland onafhankelijk was. Net als alle andere Esten werd hij meegezogen in de lotgevallen van zijn land. Hij moest bijvoorbeeld ook beslissen over al of niet vluchten. Hoe doorstond hij de jaren veertig? Welke keuzes maakte hij? Daarover gaat de volgende aflevering in deze serie.
(wordt vervolgd)
Noot
De informatie uit deze blog is gebaseerd op: Andrejs Plakans, A Concise History of the Baltic States, Cambridge University Press, 2011. Daarnaast is gebruik gemaakt van Wikipedia.
2 reacties op “Een ingewikkeld vaderland. Op zoek naar Paul Keres (4/6)”
Dag Frans,
Ooit heb ik tijdens het Zagrikon toernooi – open Nederlandse schaakkampioenshap – geschaakt tegen Frans Smit. Nu komt die naam meer voor, maar was jij dat toevallig?
Mvg. Ruurd Mulder
LikeLike
Hallo Ruurd,
Dat kan inderdaad het geval zijn geweest! Ik heb 1 keer meegedaan aan het Zagrikon toernooi, volgens mij in 1979 of 1980.
Vriendelijke groet, Frans
LikeLike